De revolutie van ons diepste binnenste

Wees geen bevende rietstengel in een najaarswind. Je bent een bloem die in het voorjaar open bloeit en haar schone gelaat aan de wereld laat zien. Wees geen kat die in het donker over het tuinhek klimt, maar laat je verenpracht trots stralen zoals in kinderboerderijen pauwen staan. Wees geen geleider van angst, maar laat het liefdesvonken regenen in de tuinen van je hart.

Er is een revolutie nodig in je diepste binnenste. Je denken moet volledig breken zoals golven stukslaan op oude kusten. Je duizenden angsten moeten hun masker laten zakken en handen die in binnenzakken zaten moeten uitreiken naar de vingers aan de overkant die nog kramp dragen van de bange nachten, de bange dagen. Er is een revolutie nodig van het innerlijke leven.

We moeten de sprong in de kosmos durven wagen. We moeten ons laten vallen in de afgrond van de liefde. Ons hart is niet gemaakt om een gezellige trui te dragen, maar het wil vermalen worden en als wijn in duizend zoete bekers uitstromen. We moeten weer leren drank te worden en muziek voor dorstige oren, we moeten weer leren niet voor onszelf te leven maar als een ster aan de hemel te stralen.

Er is een revolutie nodig van ons diepste binnenste. Onze gedachten zijn te klein en onze dagen drijven als kleine bange vogels langs de grote ramen van de tijd. Er liggen grotere dromen te wachten in de diepe woudvijvers van de nacht, er zwemmen vogels met donkere ogen en blikken die de hele kosmos in zich dragen. We moeten leren ontwaken in de stille woudvijver.

Ons hart is de plaats waar de revolutie zal beginnen. We zullen onvermoeibaar schoonheid ontdekken in de zwartste plekken, in de straten waar kinderen een lekke bal zien drijven. We zullen overal kleine vingers zien die zich wringen, we zullen overal kleine bloemen zien. De revolutie zal veel harten doen buigen, grote steden zullen vallen en voor wie haar zoeken zal er een nieuwe aarde zijn.

~ Deze tekst komt uit mijn boek 'Zienderogen'.